Waarom een dagboek essentieel is. Juist nu!
Door Edwin Gitsels / Biografiebureau Dit is je leven - 08/04/20
Dit is zo’n bijzondere tijd, dit vergeet je nooit meer! Maar is dat wel zo? Het menselijk geheugen is als een hond die gaat liggen waar hij wil en juist de dingen die je weggegooid had kwispelstaartend komt terugbrengen. Hoe krijg je daar controle over? Simpel: schrijf alles op. Lees waarom een dagboek essentieel is. Juist nu!
Je kunt geen krant openslaan of radio- of tv aanzetten of je leest of hoort dat we in bizarre tijden leven en dat de wereld nooit meer hetzelfde zal zijn. De term ‘het nieuwe normaal’ komt niet normaal vaak voorbij op een dag.
Het is nu al onwennig om een tv-programma met publiek te zien, helemaal als erin lustig handen geschud, gezoend en geknuffeld wordt. Zo snel past onze kijk op de wereld zich aan.
Zo’n bijzondere tijd, die zul je je nog tot in lengte van dagen tot in detail herinneren. Denk je nu. Vergeet het maar. Of beter: vergeet het niet! Hoogleraar en geheugenprofessor Douwe Draaisma: ‘We moeten ons geheugen niet als een archief zien waarin onveranderlijke aantekeningen en notities liggen, maar eerder als een veel vloeiender, diffuser bewaarsysteem dat onder invloed blijft staan van dingen die later plaatsvinden.’
ONS GEHEUGEN IS GEEN RECORDER
We zijn geneigd te denken dat ons geheugen als een soort recorder werkt. Alles is ergens in je brein opgeslagen, als je er maar op de juiste manier in poert, met de goede vragen, hypnose, therapie, dan kun je alles terugvinden. Helaas, het merendeel van wat we ervaren verdampt en laat geen spoortje achter in onze hersenen. Daar valt nog mee te leven, als wat er wèl wordt opgeslagen maar de belangrijke gebeurtenissen zijn, de dingen die je je wilt herinneren. Helaas.
Het geheugen is als een hond die niet alleen gaat liggen waar hij wil, aldus Cees Noteboom. Maar die ook nog eens kwispelstaartend aan komt dragen wat je eerder zover mogelijk van je af hebt geworpen om er nooit meer aan herinnerd te worden, voegt Douwe Draaisma toe.
Dat je niet meer weet wat je 15 jaar geleden voor je verjaardag hebt gekregen, soit. Dat je vergeten bent wat je vandaag drie jaar geleden hebt gegeten, het zij zo. Maar het is erger.
Ik zag onlangs in een agenda van 1982 dat ik negen maanden lang elke dinsdagavond een/ afspraak had met Daniël. Ik dacht: wat is dit, ik heb geen idee wie Daniël is. Gelukkig heb ik ook flinke delen van mijn leven een dagboek bijgehouden. Dus ik kon het opzoeken. Daniël bleek een klarinettist te zijn die ik hielp studeren door hem op de piano te begeleiden. Maar dacht je dat ik een Aha-erlebnis had toen ik dat las? Zo van: oooh ja, díe Daniël. Nope. Daniël is en blijft een blinde vlek. Sorry, Daniël.
ALLES STAAT STIL
Nu denk je misschien: “Is het mijn probleem dat jij zo’n schandalig slecht geheugen hebt? Zal wel Korsakov zijn. Mij gebeurt dat niet.” Laat ik je uit de droom helpen: het overkomt iedereen. Ik interview voor mijn werk als biograaf veel mensen over vroeger. Ik vroeg bijvoorbeeld onlangs aan Kees: hadden jullie vroeger televisie thuis? Kees antwoordde: ‘Nee, toen ik 11, 12 jaar was gingen we bij tante Tinie verderop in de straat kijken, die had een televisie. De halve buurt zat elke woensdagmiddag bij haar in huis, kregen we ranja en biscuitjes.’
Wat was je favoriete programma? ‘Ti-Ta-Tovenaar! “Dan doe ik dit, en alles staat stil!” “Ik kan wel zien dat jij geen echte Grobbebol bent!” Heerlijk.’
Later even gegoogeld: Ti-Ta-Tovenaar was in 1972 voor het eerst op de buis. Toen was Kees 19 jaar. Geen echte Grobbebol, dus.
Een triviaal voorbeeld wellicht, maar het gaat mij om de grote stelligheid waarmee het antwoord binnen een seconde werd gegeven. Zo was het, zo is het gegaan. Nou, niet dus.
Het lijkt voor velen van ons momenteel alsof alles stilstaat, maar alles verandert juist razend snel. Tot twee weken geleden deed ik elke thuiswerk- of vrije dag samen met Petra boodschappen aan het eind van de dag. Kan niet meer: boodschappen doe je nu alleen.
’s Morgens ga ik elke dag een uur fietsen of (hard)lopen zodat ik de rest van de dag in en rond het huis kan blijven. Als ik iemand tegenkom, duikt hij of zij bijna de berm in om maar anderhalve meter afstand te houden. Of ik doe dat zelf, als er bijvoorbeeld iemand aankomt die zijn hond uitlaat. ‘Hoeft niet hoor,’ roept de hondenbezitter. ‘Hij doet niks.’
In vier weken tijd heb ik maar 82 kilometer autogereden, een diepterecord. Ik wil het allemaal onthouden. Dat drie vrienden van ons in het ziekenhuis liggen met ernstige complicaties, dat zal ik heus niet vergeten. Maar al die details. Het zijn de kleine dingen die het doen, die het doen.
GLAD VERGETEN
Er is maar één remedie: opschrijven. Al is het alleen al voor je eigen plezier. Vorige week las ik in mijn dagboek uit 2010 dat ik op 23 februari een onbedwingbare aandrang had om naar schaatsen te gaan kijken. Ik kijk nooit naar schaatsen. Ik vind schaatsen stom. Maar ik ging toch kijken, en ik zag Sven Kramer zijn legendarische wisselfout maken.
Die wisselfout zelf, die weet ik heus nog wel, en ook dat hem live gezien heb. Maar dat ik die mysterieuze neiging om de tv aan te zetten had, dat was ik glad vergeten. Wat een leuk gegeven!
De sensatie van het jaren later teruglezen van je eigen leven, dat is iets wat ik maar moeilijk uit kan leggen aan mensen die die ervaring niet kennen. Het lijkt een beetje op een oude foto van jezelf tegenkomen die je lang niet hebt gezien.
Schrijf elke dag iets. Al zijn het maar een paar regels. Je toekomstige zelf zal je er eeuwig dankbaar voor zijn. Net als je eventuele (klein)kinderen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!