Een biografie vóór je dertigste
Door Edwin Gitsels / Biografiebureau Dit is je leven - 14/01/20
Het algemene idee is dat een biografie iets is om, net als je pensioen, aan het eind van je leven eens over na te gaan denken. Maar er zijn goede redenen om op de drempel van jeugd naar volwassenheid de pakweg eerste 20 jaar van je levensverhaal vast te leggen. Omdat weinigen er op die leeftijd bij stil staan bij stil staan: lees hieronder een pleidooi voor een biografie vóór je dertigste.
Ik las in de krant dat er in Amsterdam maandelijks een dansochtend wordt georganiseerd die altijd uitverkocht is. Dus, zoals het artikel beschrijft, ‘de wekker om 04.45 uur zetten om een uurtje later – gedoucht en met feestkleding – uit je dak te gaan in een club. Drank en drugs niet nodig.’
Als je op je werk arriveert ben je al twee uur wezen swingen.
Muzikanten dansen niet, zo heet een album van De Dijk. Het mag dan inmiddels meer dan 30 jaar geleden zijn dat ik een lustrum lang beroepsmuzikant was, maar niet-danser ben ik mijn leven lang gebleven. Ik heb er helemaal niets mee. Een ochtendmens ben ik wel, maar de eerste uren geniet ik vooral van de stilte om me heen. Om half 8 in een volle trein zitten vind ik al irritant. Als ik om 9 uur mijn eerste sociale contacten heb bij de koffiemachine van een tijdelijke werkgever vind ik het vroeg zat. Nu ik in een periode zit van twee maanden thuis schrijven geniet ik enorm van als het buiten donker is met een kop koffie en een beschuitje aan de keukentafel de krant lezen terwijl ik weet dat een paar miljoen landgenoten zich in de ochtendspits moeten storten.
VERS IN HET GEHEUGEN
Maar ik dwaal af. In de vroege morgen uit gaan dansen is een mooi voorbeeld van omdenken. En het bracht mij als maker van biografieën er ineens op: waarom wachten met het (laten) maken van een biografie tot het avondrood van je leven aan de horizon brandt? Waarom niet bij de zonsopkomst van je volwassen leven die duistere nacht die we puberteit noemen aan het papier toevertrouwen, nu het nog vers in het geheugen ligt?
‘Na 22 jaren in dit leven maak ik het testament op van mijn jeugd,’ zong Boudewijn de Groot al. Hij keek vooral naar zijn immateriële verworvenheden en deelde die uit aan vrienden en familie, maar de balans opmaken als je aan je volwassen leven begint (en op welke leeftijd dat is verschilt van persoon tot persoon) is best een heel goed idee.
EEN GROTE RIJKDOM
Zelf heb ik van mijn 17e tot mijn 23e (niet geheel toevallig de leeftijd waarop ik ineens profmuzikant werd: een bliksemomslag) een dagboek bijgehouden. Als ik daar nu in teruglees, is het of ik een heel ander iemand was. Had ik deze notitieblokken vol Jugendschmerz niet gehad, dan had ik nu waarschijnlijk een heel ander verhaal verteld over mijn coming of age jaren.
Mijn cliënten (en in sommige gevallen ook de mensen uit hun directe omgeving) vertellen mij verhalen over hun jeugd die per definitie door de tand des tijds zijn aangepast en aangetast. Om jezelf als 19- of 20-jarige rechtstreeks in de ziel te kunnen kijken, ongecorrumpeerd door de onvermijdelijke herinterpretatie van de volwassenheid, is bijna bizar en een grote rijkdom. Destijds had ik niet kunnen vermoeden hoe waardevol de volgekrabbelde blocnotes en schriftjes voor mijn latere zelf zouden zijn.
GEMANKEERDE MEMORIE
Ik wil maar zeggen: ben je tussen de 20 en de 30, schrijf alles op, je hele levensverhaal tot nu toe. Ik garandeer je dat je over een paar decennia veel meer vergeten zult zijn dan je op dit moment denkt. George Bernard Shaw zei: ‘Het enig leesbare deel van een autobiografie is de kindertijd en de adolescentie van de schrijver. Volwassen levens zijn allemaal hetzelfde.’ Met de tweede zin van Shaws uitspraak ben ik het niet eens, de eerste zou ik willen nuanceren met ‘het sowieso altijd boeiende deel’. Laat dat deel niet in de mist van de gemankeerde memorie verloren gaan.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!